Lerarencollectief – De volgende stap #2

Nieuwsbrief #4 – 29 mei 2019

We gaan het zélf doen.

Het Lerarencollectief gaat van de kant.
Vandaag zijn wij, Thijs Roovers en Jan van de Ven, tot een overeenkomst gekomen tot facilitering vanuit OCW om de opstart van een brede beroepsvereniging van leraren mogelijk te maken, nadat eerder ongeveer 11000 collega-leraren hun steun uitspraken om te komen tot duurzame beroepsgroepvorming van, voor en door de leraar zelf.

Met beroepseer als fundament en de vier pijlers Beroepskwaliteit, Betrokkenheid door directe inspraak, Informeren en Vertegenwoordiging zullen we ons in eerste instantie op het primair onderwijs richten en tegelijkertijd de mogelijkheden in andere sectoren verkennen. Het liefst in samenwerking met collega’s, beroeps- en vakverenigingen uit de desbetreffende sectoren.
Uiteindelijk zijn wij ervan overtuigd dat de krachtigste beroepsvereniging een gremium is waar álle leraren zich thuis voelen.

Vanaf 1 augustus zullen wij, met het discussie-document in de hand, leraren en eenieder die kan bijdragen aan de ontwikkeling van Speelbal naar Speler opzoeken om een rechtspersoon in de steigers te zetten die voldoet aan de taak, de wensen en uitdagingen die er vanuit onze beroepsgroep liggen.

Het is nu of nooit wat ons betreft. We hopen blijvend te kunnen bouwen op jullie steun, expertise en actieve bijdragen. Samen gaan we het zélf doen.

Groet,

Thijs en Jan

 

[newsletter_button id=1 showcount=”true” design=”twitter”]

Lerarencollectief – De volgende stap

Nieuwsbrief #3 – 14 mei 2019

Binnen zes weken haalden we de door onszelf gestelde drempel van 10000 steunbetuigingen om met het Lerarencollectief aan de slag te gaan. Beroepsgroepvorming van, voor en door leraren, maar dan ook écht. De dag na de 10000e leraar, stuurden we een brief aan minister Slob om snel om tafel te gaan om kaders te stellen met betrekking tot taak, ruimte en ondersteuning. Hierbij zijn organisatorische en financiële steun tenminste in de opstartfase wat ons betreft voorwaardelijk. Op maandag 20 mei spreken Thijs Roovers en Jan van de Ven met de betrokken ambtenaren in de Hoftoren in Den Haag. Daar zullen we onderstaande voorleggen.

Proces
Om beroepsgroepvorming daadwerkelijk van, voor en door leraren te laten zijn, willen we geen in-beton-gegoten plan voorleggen. We willen de scholen in en in gesprek met collega-leraren om naar een levensvatbare beroepsvereniging te werken. Hier willen we de tijd voor nemen. Tot op heden is elke poging om te komen tot brede beroepsgroepvorming schromelijk mislukt. Ook wij denken dat het geen sinecure is om dit project te laten slagen. Desondanks zijn we ervan overtuigd dat leraren uiteindelijk gediend zijn bij een lerarencollectief. Dit document dient wat ons betreft als startpunt voor de inhoudelijke formatiefase die we graag willen vormgeven. We willen vanaf augustus de scholen in om daar met leraren het gesprek aan te gaan over de pijlers en de uiteindelijke organisatie, zowel in lijfelijke als digitale vorm. Op deze manier willen we toewerken naar een beroepsvereniging die per 1-1-2020 van start kan gaan. Wij zijn ervan overtuigd dat dit moet lukken, met het besef dat een beroepsvereniging na effectuering de tijd moet krijgen om te groeien.

Pijlers
Uiteindelijk draait beroepsgroepvorming wat ons betreft om beroepseer: het is aan leraren zelf om de eer van hun vak hoog te houden. Als de spil in het onderwijs is het voor leraren tijd om zich op een laagdrempelige manier te verenigen rondom deze beroepseer. Wij stellen voor om het Lerarencollectief te bouwen op vier pijlers die juist daarop rusten:

• Beroepskwaliteit
Leraren gaan zelf over de beroepsstandaarden. We stellen ze samen, bij en vast. Leraren gaan erover wie zich leraar mag noemen, op die manier bewaken we samen de beroepskwaliteit ook in tijden van schaarste en tekorten, zonder dat ons beroep de uitverkoop in gaat. Leraren organiseren zichzelf binnen professionalisering en maken daarbij gebruik van kennis en kunde die aanwezig is binnen het rijke lerarencollectief. Hierbij zoekt het lerarencollectief veelvuldig samenwerking met partners als de MeetUp-bewegingen, ResearchEd, LOF en de lerarenopleidingen. Het lerarencollectief zoekt samenwerking met lerarenopleidingen om gezamenlijk te staan voor de kwaliteit van opleidingen en toekomstige collega’s. Het Lerarencollectief bewaakt dat het Hoe en Waarom in ons onderwijs op scholen en bij leraren belegd blijft. De autonomie van leraren en scholen is een groot goed.• Informatievoorziening
Het Lerarencollectief zorgt via een digitaal platform voor (thematische) informatievoorziening voor alle leraren als het gaat om beroepskwaliteit en onderwijsbeleid, vooral waar dat de beroepsuitoefening raakt. Inhoudelijke informatie, informatie aangaande het proces en informatie rondom relevante (politieke) besluitvorming. Het lerarencollectief werkt open en transparant.• Betrokkenheid door directe inspraak
Het Lerarencollectief zorgt via het te ontwikkelen digitale platform voor mogelijkheid tot directe inspraak, hierbij geldt one-man/woman-one-vote. Met behulp van enquêtes, polls, open discussies, etc neemt het lerarencollectief waar mogelijk stelling met betrekking tot (nieuwe) beleidsambities of onderwijsinhoudelijke thema’s als de situatie daarom vraagt.• Vertegenwoordiging
Het Lerarencollectief neemt de vertegenwoordigende functie voor leraren op zich aan overlegtafels aangaande onderwijsbeleid, -kwaliteit en –inhouden. Deze functie accepteert het Lerarencollectief pas wanneer er minimaal 10% van de leraren in de desbetreffende sector aangesloten zijn bij de nieuw op te stellen beroepsvereniging. Vertegenwoordiging wordt per sector vormgegeven door gekozen leraren die voor een vaste periode zitting nemen in een Lerarenraad, het vertegenwoordigend orgaan van het lerarencollectief. Alle leden van het lerarencollectief kunnen zich hiervoor beschikbaar stellen, alle leden van het lerarencollectief zijn hiervoor stemgerechtigd.

Sectoren
Gezien de afkomst van de inmiddels bijna 11000 aanmeldingen, zien we ons genoodzaakt om focus aan te brengen binnen de opstart van het collectief zoals we dat voor ons zien. Wij denken dat een nieuw te vormen beroepsvereniging op dit moment het meest kansrijk is binnen het Primair Onderwijs (PO), ongeveer 90% van de steunbetuigingen is afkomstig uit deze sector. Ook het ontbreken van gezaghebbende vak- en/of beroepsverenigingen in deze sector, maakt de situatie anders dan bijvoorbeeld in het VO (waar vele vakverenigingen leraren binnen hun vakgebied uitstekend vertegenwoordigen) en het MBO (waar de BVMBO als beroepsvereniging reeds bestaand is en als gesprekspartner door OCW ook als dusdanig erkend wordt). Omdat we ervan overtuigd zijn dat het lerarencollectief pas echt een collectief zal zijn wanneer meerdere sectoren vertegenwoordigd zijn, willen we op zoek naar een tussenvorm. Veel onderwerpen waar het lerarencollectief zich mee bezig zal gaan houden zijn wat ons betreft namelijk sectoroverstijgend van belang. We stellen dan ook voor om de beroepsvereniging vanaf het begin open te stellen voor alle leraren en de vertegenwoordigende functie met een minimaal ledenaantal per sector voorwaardelijk te maken. Op deze manier denken we dat we tegemoet kunnen komen aan de behoefte die er leeft binnen de PO-sector om snel tot vereniging en vertegenwoordiging over te kunnen gaan en bouwen we tijd en ruimte in om binnen de andere sectoren samenwerking en afstemming te zoeken met bestaande beroeps- en vakverenigingen.

Financiering
Om tot beroepsgroepvorming te komen is facilitering in organisatie en financiën een absolute voorwaarde, tenminste in de opstartfase. We stellen voor om voor het schooljaar 2019-2020 informateurs aan te stellen voor 2 á 3 dagen in de week die deze opstartfase vorm gaan geven. Deze informateurs (tevens leraren) plaveien de weg naar formalisering van beroepsgroepvorming voor het primair onderwijs en onderzoeken mogelijke samenwerking met vak- en beroepsverenigingen binnen het VO en MBO. De financiering van de uiteindelijke beroepsvereniging zien wij tweeledig. Leden betalen 10,- per jaar, die betaald mag worden vanuit het persoonlijk professionaliseringsbudget met instemming van de leraar zelf. Gezien de ambitie van het lerarencollectief om Beroepskwaliteit als een van de belangrijkste pijlers neer te zetten, stellen we voor dat leraren op eigen initiatief tot 100% van hun persoonlijke professionaliseringsbudget mogen inzetten voor het lerarencollectief. Op deze manier verwachten we dat het lerarencollectief op den duur onafhankelijk in financiën zal worden. Tot die tijd vraagt het lerarencollectief aanvullende financiële middelen om zijn ambities waar te kunnen maken voor het totale bedrag van een later vast te stellen begroting minus het aantal leden keer tien euro.

Tot slot
Wij voelen een verantwoordelijkheid naar onze collega-leraren om hier het voortouw in te nemen en als informateurs het gesprek aan te gaan met onze collega-leraren in het land. Eerlijk gezegd tegen wil en dank, gezien de druk die hier op staat, de energie die het zal vragen, de geschiedenis van dit onderwerp, de belangenoorlogjes die gevoerd worden en de kop-van-jut-functie die dit met zich meebrengt. Zodra het draagvlak uit de beroepsgroep wegvalt, of de rugdekking vanuit OCW ontbreekt, keren we met alle plezier terug naar onze klas, geven we grif ons falen toe en is het aan anderen om het nog eens te proberen. Ook als er geschiktere kandidaten zijn om als informateur aan de slag te gaan, zullen we ons met plezier terugtrekken. Met het vertrek van René Kneyber zijn we ons ervan bewust dat vertegenwoordiging vanuit andere sectoren dan het PO ontbreekt. Mochten we met facilitering vanuit OCW van de kant kunnen, zullen we hier op korte termijn een oplossing voor zoeken.

We houden jullie uiteraard op de hoogte van alle komende ontwikkelingen.

Groet,

Jan en Thijs

 

[newsletter_button id=1 showcount=”true” design=”twitter”]