Onderwijsbevoegdheden
Wanneer mag je jezelf leraar noemen?
In het basisonderwijs ben je bevoegd om les te geven wanneer je in het bezit bent van een afgeronde hbo-opleiding leraar basisonderwijs (pabo). Dit staat zo vastgelegd in de Wet Primair Onderwijs (artikel 3. Bevoegdheid schoolonderwijs). Het getuigschrift bewijst dat je hebt voldaan aan de bekwaamheidseisen (artikel 32a). In deze bekwaamheidseisen staat beschreven wat leraren moeten kennen en kunnen. Het maakt je als leraar verantwoordelijk voor het vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogische proces (artikel 31a). Er is ook vastgelegd dat de beroepsgroep zelf verantwoordelijk is voor het opstellen en herijken van deze eisen. Deze bekwaamheidseisen zijn in 2017 in werking gegaan.
Onderwijsbevoegheden in beweging
Het beroep leraar is regelmatig onderwerp van gesprek in de politiek. In de ‘Staat van het Onderwijs’ wordt er ook gekeken naar de kwaliteit van de leraren. Zo wijzen zij in 2020 erop dat nu nog maar 70% van de leraren bevoegd is in het basisonderwijs. De kwaliteit van de leraar en van het onderwijs staat onder druk. Dit is één van de gevolgen van het aanhoudende lerarentekort waarbij er continu wordt gezocht wordt naar korte termijn en lange termijnoplossingen. Van het opleiden van zij-instromers tot de uitzonderingsregel waarmee scholen ook onbevoegde mensen één dag per week voor de klas mogen zetten. De instroomeisen van de pabo en wie zich leraar mag noemen staan vaker ter discussie. Het lerarentekort zet daarmee ook de kwaliteit van de leraar onder druk. Iets wat Alexander Rinnooy Kan al in 2007 voorspelde in het rapport ‘Leerkracht‘ en in 2017 constateerde dat er te weinig met zijn adviezen is gedaan:
“In 2007 stond Nederland aan de vooravond van een dramatisch kwantitatief tekort aan kwalitatief goede leraren. De conclusie: ondanks een aantal successen is dit probleem tien jaar later onverminderd actueel en even urgent als toen.”
Bron: Het lerarentekort urgenter dan ooit
Een nieuw bevoegdhedenstelsel?
In 2018 komt er dan een advies van de Onderwijsraad in de vorm van het rapport ‘Ruim baan’ waarin werd gesproken over het aantrekkelijk maken van het beroep leraar, ook voor zittende leraren door hen onder andere een loopbaanperspectief te bieden. Denk hierbij ook aan het dichten van de loonkloof en andere routes naar het leraarschap. Dit leidde tot een opdracht van de ministers aan de commissie Onderwijsbevoegdheden (zie rechts in het menu). Zij moesten onderzoeken welke mogelijkheden er waren in het bevoegdhedenstelsel.
Ondertussen was er in het regeerakkoord van 2017 opgenomen:
“We differentiëren in de lerarenopleidingen. Er komen specialisaties die zich richten op jongere en oudere
(tot en met de onderbouw in het vmbo) kinderen en op vakgericht lesgeven in het beroepsonderwijs. Het
beroep van onderwijzer wordt hierdoor aantrekkelijker, zowel voor mannen als voor vrouwen.”
Naast deze beargumentatie is er ook gesproken over aanpassingen in de bevoegdheden en instroomeisen. Uiteindelijk na een aantal moties zijn er pilots op een aantal pabo’s gestart en lag er de afgelopen periode een wetsvoorstel ter consultatie. Tenslotte waren er de aanbevelingen van Merel van Vroonhoven waardoor er nu gewerkt wordt aan een nieuw plan voor het lerarentekort (zie dossier lerarentekort). In dit plan wordt er ook gesproken over een beroepsbeeld van de leraar. Met de verkiezingen in zicht is het goed om als beroepsgroep ons te bezinnen op de bevoegdheden en bekwaamheidseisen. Wie maken tenslotte het verschil volgens de slogans? De leraren. Voor nu en in de toekomst zijn de beroepsstandaarden van ons als leraren. Vakmanschap doet ertoe, goede leraren doen ertoe.
Het stoppen van de commissie Onderwijsbevoegdheden en onze reactie op het wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind
De afgelopen periode hebben we jullie regelmatig geïnformeerd bevraagd over het bevoegdhedenstelsel en het wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind.
Allereerst het verloop van het proces rondom de commissie Onderwijsbevoegdheden, er zou immers een tussentijds advies verschijnen in januari. Tijdens het laatste (december 2020) bestuurlijke overleg met de commissie Onderwijsbevoegdheden (daar zitten alle onderwijspartijen bij) zou men een concept presenteren. Dat is echter niet gelukt (en inmiddels heeft de commissie haar werkzaamheden gestaakt). Men werd het niet eens over een aantal punten. In dit bestuurlijke overleg heeft het Lerarencollectief ingebracht dat de beroepsgroep onvoldoende is geïnformeerd en betrokken bij het proces anders dan als meelezer. Wij hebben in dit bestuurlijke overleg ingezet op deze twee punten. De commissie heeft (zoals ook in het uiteindelijke rapport te lezen is ) wel iets gezegd over de loonkloof. Deze was voorwaardelijk voor elke vervolgprocedure die gestart zal worden rondom herziening van het bevoegdhedenstelsel. Het smaldeel van de commissie dat zich niet kon vinden in de punten van het rapport heeft een brief gepubliceerd om dit toe te lichten. Deze brief eindigt met een verwijzing richting de beroepsgroep om dit zelf op te pakken in de toekomst.
Dit sluit mooi aan bij de reactie op het ‘Wetsvoorstel bevoegdheden schoolonderwijs jonge en oudere kind. De hele reactie is hier te lezen. Uit de polls en enquête blijkt dat we veel waarde hechten aan kennis van de leerlijn groep 1-8 en ook bij een nieuwe keuze zouden kiezen voor een brede bevoegdheid. Daarnaast willen we geen concessies doen aan instroomeisen. Er is verdeeldheid over het wetsvoorstel zelf en de meerwaarde van de extra routes. Zo kwam ook naar voren dat mannen geen andere keuze zouden maken bij extra mogelijkheden. In de verkennende poll was te zien dat men graag meer aandacht wil voor specialisaties en uit de enquête komt naar voren dat het niet per definitie in een Post-hbo opleiding moet.
Als Lerarencollectief hebben wij daarom geadviseerd om dit wetsvoorstel niet uit te voeren omdat het niet duidelijk is of het werkelijk bijdraagt aan het de aantrekkelijkheid van het beroep. Wij vinden het vooral noodzakelijk dat de beroepsstandaard gewaarborgd blijft en wij willen daarom samen met de lerarenopleiders kijken naar de mogelijkheden binnen de lerarenopleidingen. Overigens moeten de huidige pilots op de pabo’s nog worden geëvalueerd. Tenslotte vragen wij aandacht voor de centralisatie van de aanpak lerarentekort. Zowel dit wetsvoorstel als de onderwijsbevoegdhedencommissie zien deze initiatieven als onderdeel van de oplossing van het lerarentekort. Het is opvallend dat er aan verschillende tafels verschillende initiatieven zijn die langs elkaar heen gaan waardoor versnippering op de loer ligt. Naar aanleiding van bovenstaande zijn er alweer nieuwe ideeën geopperd rondom deze thema’s. Wij onderschrijven daarom de conclusie die ook het smaldeel van de Onderwijsbevoegdhedencommissie trekt. Dit gaat over onze beroepsinhoud en wij als beroepsgroep moeten dit zelf oppakken. To be continued.