curriculumherziening

Aanleiding
Over de curriculumherziening kan een boekenkast vol worden geschreven. Er is de afgelopen jaren in onderwijsland veel gebeurd rondom de herziening van ons curriculum. Waar staan we nu en wat doet het Lerarencollectief hierin?

De curriculumherziening is een traject bedoeld om de huidige kerndoelen en eindtermen voor PO en VO te actualiseren. Deze herziening is hard nodig. De laatste herziening heeft plaatsgevonden in 2006, een tijd met Hyves en toen de smartphone nog niet bestond. De afgelopen jaren zijn er vakken en vakgebieden bijgekomen die nog niet of onvoldoende staan beschreven. Denk hierbij aan digitalisering, burgerschap, maar ook wetenschap en techniek. Hier is wel wetgeving voor gemaakt, maar nog niet verwerkt in de landelijke doelen. De afgelopen jaren zijn er veel onderwerpen voor scholen bijgekomen, maar is er niets uit ons aanbod verdwenen. Dit zorgt voor overladenheid van ons curriculum, iets wat we dagelijks voelen in onze klas.

Stand van zaken:

Dit schooljaar (2021/2022) is al gestart met de vakvernieuwingen voor Nederlands, moderne vreemde talen, wiskunde/rekenen, maatschappijleer en de betavakken.

Begin april 2022 heeft Dennis Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, besloten een punt te zetten achter het ”grootse en meeslepende proces” van de afgelopen jaren en vooruit te kijken: welk curriculumonderhoud is nú noodzakelijk, hoe pakken kan dit worden aangepakt op een manier die voor leraren in de praktijk te doen is en hoe helpen we leraren hierbij?

In het proces van bijstelling van het curriculum kiest de minister voor de volgende aanpak:

  1. Toewerken naar periodiek curriculumonderhoud: toewerken naar een vaste cyclus van curriculumonderhoud uitgevoerd door deskundigen uit de onderwijspraktijk die zelf voor de klas staan en deskundigen uit de wetenschap. Binnen die cyclus kunnen onderwijsdoelen, leergebieden of vakken in een wisselend tempo en in variërende mate aangepast worden wanneer dat nodig blijkt.
  2. Terug naar de basis: leerlingen kunnen zichzelf pas echt ontwikkelen als de basis op orde is en ze zich vrij en veilig voelen. De prioriteit moet daarom ook bij de eerstvolgende stappen in het curriculumonderhoud meer komen te liggen bij de basisvaardigheden: taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. Het is de realiteit dat er een groot probleem bestaat rond de basisvaardigheden. De noodzaak om hier iets aan te doen wordt maatschappelijk en politiek breed onderschreven. (Zie de Staat van het Onderwijs 2022 van de Onderwijsinspectie)
  3. Andere aanpak: Curriculum.nu is echt voltooid verleden tijd. Daar hoort dus ook een ander, kleinschalig en meer gericht proces bij dat kan rekenen op steun van het veld, maar ook niet eindeloos blijft hangen aan vergadertafels. Experts, vak- en beroepsverenigingen worden goed betrokken. Het proces wordt gemonitord om waar nodig bij te stellen. Niet alles kan of moet tegelijkertijd. Wat het meest urgent is, gebeurt eerst. Wat minder urgent is, volgt later in de tijd.

Eind april 2022 heeft minister Wiersma in een nieuwe kamerbrief aangegeven welke concrete acties in gang worden gezet:
Stap 1: Taal en rekenen: Nog voor het zomerreces wordt gestart met de bijstelling van de kerndoelen voor taal en rekenen/wiskunde, inclusief de bijstelling van het referentiekader. Het SLO zoekt leraren en vakexperts die onderdeel willen worden van een kernteam om deze kerndoelen bij te stellen. Heb je hiervoor interesse? Bekijk dan deze website.

Stap 2: Burgerschap en digitale geletterdheid: Aan de start van het schooljaar 2022-2023 wordt gestart met de bijstelling van de kerndoelen burgerschap en digitale geletterdheid.

Stap 3: Liggen we op koers? Voor de bijstelling van kerndoelen is een periode van twaalf maanden uitgetrokken. Gedurende dit proces zullen teams van leraren en andere vakexperts meerdere tussenresultaten opleveren. In januari 2023 wordt een tussenbalans opgemaakt: ligt de bijstelling van kerndoelen in de basisvaardigheden op koers? En is het haalbaar om bijgestelde kerndoelen op tijd en met voldoende kwaliteit op te leveren?

Hoe nu verder?
Het Lerarencollectief is gesprekspartner bij het bestuurlijk overleg over het curriculum met o.a. het ministerie van OCW, sectorraden, vakbonden en beroepsverenigingen. Wij volgen, controleren en monitoren het proces en agenderen punten die voor ons leraren van belang zijn. Hier laten we de stem van de leraar horen en staan wij als Lerarencollectief samen voor de kwaliteit van ons vakmanschap en ons onderwijs.

Onze speerpunten:

  • Een goed curriculum kan niet zonder goede leraren in de klas. Dit vraagt om leraren die de tijd en ruimte hebben om zich te verdiepen in het curriculum en de kerndoelen en eindtermen in samenhang om te zetten naar goed onderwijs. Het curriculum schrijft alleen voor wat onderwezen moet worden. Het hoe is aan scholen zelf. Dit vraagt van leraren een bewuste houding ten aanzien van het curriculum: naar welke doelen werk je toe met leerlingen? Welke keuzes kun je maken in het vertalen van de doelen naar onderwijs? Welke accenten kun je daarin leggen? Enz. Om een nieuw curriculum succesvol in de praktijk van de klas te brengen is dus curriculumbewustzijn van leraren nodig.
  • Leraren spelen een cruciale rol binnen het veranderingsproces: zij gaan tenslotte in de klas en in de school met het nieuwe curriculum aan de slag. De professionele ontwikkeling van leraren, gericht op veranderingen in de klas en in de school, is daarom essentieel. Leraren moeten volop de ruimte en de mogelijkheden krijgen om zich het nieuwe curriculum eigen te maken, en om – waar nodig – nieuwe kennis en vaardigheden te verwerven. Daarbij moet voor hen ook helder zijn hoeveel vrijheid ze hebben bij de invoering van het curriculum (Zie ook ‘Perspectieven op curriculumverandering’, Universiteit Twente, 2022).
  • De kerndoelen worden uitgewerkt in doorlopende leerlijnen van PO naar de onderbouw van het VO om zo de aansluiting van het VO op het PO te verbeteren. Dit vraagt van leraren uit PO en VO kennis van de doorlopende leerlijnen. Leraren uit PO en VO moeten van elkaar weten waar zij mee bezig zijn. Afstemming van PO en VO is cruciaal voor het funderend onderwijs van alle leerlingen.

Wat wij gaan doen:

  • Bovenstaande speerpunten, afgestemd met leden van het Lerarencollectief, dragen wij uit en brengen we in bij gesprekken met partners en aan overlegtafels.
  • We willen, samen met leden, een heldere definitie van curriculumbewustzijn en curriculumbekwaamheid opstellen. Wat verstaan we hier nu eigenlijk onder, hoe worden we als leraren goed bewust van de inhoud van ons curriculum en welke kennis en vaardigheden hebben we nodig om het curriculum te vertalen naar goed onderwijs in de klas?
  • In schooljaar 2022-2023 organiseren we activiteiten / bijeenkomsten die bijdragen aan curriculumbewustzijn bij leraren.